Het is bijna 3 jaar geleden toen de laatste coronabeperkingen werden opgeheven. Geen mondkapjes meer in de klas, geen lege schoolgangen, geen online lessen in een kamer vol stiltes. Jongeren konden weer dansen, knuffelen en proosten. De wereld lijkt door te draaien. Maar onder die draaiende wereld schuilt nog iets anders. Iets wat stil is blijven liggen: het mentale welzijn van onze jongeren.
In ons vak staan we dagelijks stil bij de kwetsbaarheid van het leven. We horen verhalen, we voelen pijn, we begeleiden afscheid. En juist in die gesprekken, in dat verdriet, horen we steeds vaker terug hoe diep de pandemie heeft ingegrepen ook in het leven van jonge mensen.
Een generatie op pauze
Tijdens de coronajaren werden jongeren geconfronteerd met iets wat eigenlijk niet past bij hun levensfase: stilstand. Vriendschappen verwaterden, eerste liefdes bleven uit, school was een scherm in plaats van een sociale ontmoetingsplek. Feesten, reizen, dromen – het viel allemaal stil. Wat bleef, was onzekerheid, eenzaamheid en vaak... stilte.
Die stilte is verraderlijk. Want hoewel we inmiddels verder zijn, dragen veel jongeren nog steeds de ballast van die jaren met zich mee. Uit diverse onderzoeken blijkt dat gevoelens van somberheid, angst en prestatiedruk sinds corona alleen maar zijn toegenomen.
En dan zijn er ook jongeren zoals Siem Coopmans. Zijn verhaal raakte ons diep. In de BNU podcastserie “Maar hoe is det dan” vertellen zijn moeder en zus aangrijpend over zijn plotselinge overlijden begin 2022, vlak na de pandemie. Een jonge jongen, vol potentie, maar die mede door alle coronabeperkingen toch de verkeerde afslag nam. Zijn verhaal staat niet op zichzelf. Het is een verhaal dat wij steeds vaker – in allerlei varianten – tegenkomen.
Sociale druk na de stilte
Ironisch genoeg heeft de herwonnen vrijheid ook zijn keerzijde. Jongeren worden na twee jaar beperking nu geconfronteerd met een wereld waarin alles ‘weer moet’. Weer presteren. Weer erbij horen. Weer zichtbaar zijn op social media. De prestatiedruk op school is enorm. Falen lijkt geen optie, terwijl zingeving en rust vaak ontbreken.
Tegelijkertijd is praten over mentale gezondheid nog altijd lastig. Ondanks campagnes en aandacht in de media, blijft het voor veel jongeren een drempel om open te zijn over hun gevoelens. Er heerst schaamte. Angst om niet begrepen te worden. Of erger nog: om beoordeeld te worden.
Is er genoeg ruimte om te praten?
Professionele hulp is er, maar de wachtlijsten zijn lang. Scholen en huisartsen signaleren vaak te laat. En onderling? Jongeren weten soms niet eens hóe ze met elkaar moeten praten over deze onderwerpen, juist omdat ze het tijdens corona hebben afgeleerd.
Daarom is het essentieel dat we als samenleving blijven luisteren. Niet alleen als ouders of begeleiders, maar als mensen. Dat we ruimte bieden om het gesprek aan te gaan. Dat we verhalen als die van Siem blijven delen, hoe moeilijk ook.
Tot slot
De coronapandemie is misschien voorbij, maar de echo ervan klinkt nog lang na. Zeker in de levens van jongeren. Laten we blijven kijken, blijven luisteren – en bovenal: blijven praten. Want juist in het delen zit de kracht om het leven weer te dragen.
Heeft u na het lezen van dit verhaal behoefte om hierover te praten? Kijk dan op de site van Wij Zijn Mind of bel met de MIND Hulplijn via 0900-1450.