Onlangs mocht ik een uitvaart voorbereiden met een lieve alleenstaande dame die dicht tegen haar levenseinde aan zat. Ze vond het fijn mij te spreken over haar wensen, praktische zaken maar zeer zeker ook gevoelskwesties. Ze had geen kinderen en deelde haar gevoelens met enkele vrienden en uiteindelijk ook met mij. Dat was, voor mij, een heel bijzondere ervaring en mooi om mee te mogen maken.
Maar…hoe is het om te weten dat je binnen onafzienbare tijd gaat sterven? Welke processen gaan er aan vooraf tussen je verstand en je hart? Ben je bang om te sterven? Of is sterven alleen maar achterlaten wat zo vertrouwd voelt?
Veel vragen waar geen algemeen antwoord op te vinden is. Voor iedereen is dat uiteraard een persoonlijke kwestie. Zo uniek als we zijn in ons leven, zo uniek zijn we ook in onze dood.
Er is altijd één iets wat me opvalt in zulke gesprekken: de tijd van woede, verdriet en onrust is meestal voorbij. Terminale mensen zijn er vaak helemaal klaar voor om te sterven. Het geeft eerder rust dan onrust, te weten dat je gaat sterven.
Als (hopelijk) gezond persoon kan ik me hier weinig bij voorstellen. Het is toch op z’n minst akelig om te weten dat je dood gaat? Zo’n benauwd en onbestemd gevoel in je buik wat je plotseling doet beseffen dat het leven ook voorbij gaat. Snel stop je dat gevoel weg; je wilt er niet aan denken.
Voor de stervende medemens lijkt dat toch anders te zijn. Het verdriet en besef van sterven is geweest. Er zijn al tranen gevloeid, meestal samen met de (aankomende) nabestaanden. Diepe onderlinge gesprekken zijn gevoerd en/of praktisch nazorgzaken zijn geregeld en/of opgeschreven in het “Persoonlijk Wensenboekje”.
Er is geen pijn meer. Er zijn geen zorgen meer. Er komt rust in lijf en leden. Natuurlijk is het achterlaten van dierbaren een ander verhaal. Bijvoorbeeld, (klein)kinderen niet zien opgroeien is een vaak gehoord pijnlijk gevoel. Maar toch, de berusting overheerst. De taak is volbracht. Daardoor zijn laatste weken vaak zeer waardevol voor de persoon in kwestie en de mensen die achterblijven.
Wat heeft dat met wortelenstamp te maken, hoor ik u denken?
De bovengenoemde dame hield enorm van wortelenstamp. Of eigenlijk van alle soorten stamppot. Maar de wortelenversie had ze het liefste. Ze vertelde het mij tussen “de soep en de petatte” door zeg maar...Haar tuinman bracht zo nu en dan een lekker potje stamp met een gehaktballetje. Super lief.
Enkele dagen na ons eerste gesprek was ik aan het bedenken wat we die avond zouden gaan eten. “Wortelenstamp”, opperde onze zoon. Zo gezegd zo gedaan. Ik heb wat extra’s gemaakt en in een bakje gedaan. U raadt het al: ik ben dat een dag later naar de dame gaan brengen zodat ze ’s avonds wat lekkers te eten had. Dat werd - op z’n zachtst gezegd - erg gewaardeerd en we hebben nog een heel erg fijn gesprek gehad. Van mens tot mens, van ziel tot ziel.
Een paar dagen later is ze overleden. Op haar kastje bij het bed stond het lege afgewassen bakje. Dat had ze daar neergezet, zodat ik het niet zou vergeten. Het bakje deed een gevoelige snaar aantippen maar wel met een dankbare glimlach.
Ik zal bij elke volgende “wortelenstamp” aan deze bijzondere ontmoeting denken en elke hap met smaak en liefde eten.
Bob